Vrouwen die hoge hakken dragen
Het dragen van hoge hakken is niet toegestaan omdat vrouwen zo het risico hebben om te vallen, en het is ons in de sharee’ ah opgedragen om gevaar in algemene zin te vermijden, zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En doodt jullie zelf niet” (Al-Nisaa’ 4:29)
“en stort jullie niet door eigen toedoen in de ondergang”
(al-Baqarah 2:195)
Het zorgt er ook voor dat vrouwen langer uit zien dan dat ze werkelijk zijn en het laat hun achterste duidelijker naar voren komen, en dit is een soort verleiding en tonen van sieraden die verboden zijn voor de gelovige vrouw om te tonen, zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
En zeg tegen de gelovige vrouwen, dat zij hun ogen neerslaan en hun kuisheid bewaken, en hun sieraad niet tonen, behalve wat daarvan zichtbaar is.
En zij moeten hun sluiers over hun boezems dragen en hun schoonheid niet openlijk tonen, behalve aan hun echtgenoten, of hun vader of de vaders van hun echtgenoten, of hun zonen, of de zonen van hun echtgenoten, of
hun broeders, of de zonen van hun broeders, of de zonen van hun zusters, of hun vrouwen, of slavinnen waarover zij beschikken, of mannelijke helpers die geen begeerte meer hebben, of de kinderen die nog niet op de 'Aurat van vrouwen letten.
En laten zij niet met hun voeten stampen om hun sieraden die zij verbergen te laten kennen. (al-Noor 24:31)
Van Fataawa al-Lajnah al-Daa’imah, Majallat al-Buhooth, 9/46.
“En doodt jullie zelf niet” (Al-Nisaa’ 4:29)
“en stort jullie niet door eigen toedoen in de ondergang”
(al-Baqarah 2:195)
Het zorgt er ook voor dat vrouwen langer uit zien dan dat ze werkelijk zijn en het laat hun achterste duidelijker naar voren komen, en dit is een soort verleiding en tonen van sieraden die verboden zijn voor de gelovige vrouw om te tonen, zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
En zeg tegen de gelovige vrouwen, dat zij hun ogen neerslaan en hun kuisheid bewaken, en hun sieraad niet tonen, behalve wat daarvan zichtbaar is.
En zij moeten hun sluiers over hun boezems dragen en hun schoonheid niet openlijk tonen, behalve aan hun echtgenoten, of hun vader of de vaders van hun echtgenoten, of hun zonen, of de zonen van hun echtgenoten, of
hun broeders, of de zonen van hun broeders, of de zonen van hun zusters, of hun vrouwen, of slavinnen waarover zij beschikken, of mannelijke helpers die geen begeerte meer hebben, of de kinderen die nog niet op de 'Aurat van vrouwen letten.
En laten zij niet met hun voeten stampen om hun sieraden die zij verbergen te laten kennen. (al-Noor 24:31)
Van Fataawa al-Lajnah al-Daa’imah, Majallat al-Buhooth, 9/46.